Cameratoezicht in een zorginstelling
Cameratoezicht in een zorginstelling, zoals een ziekenhuis of verpleeghuis, kan helpen om eigendommen en patiënten, bezoekers en personeel te beschermen. Maar de inbreuk op de privacy van deze mensen is groot. Daarom mogen zorginstellingen alleen camera’s ophangen als zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook moeten zij ervoor zorgen dat de inbreuk op de privacy zo klein mogelijk is. Een camera in een behandelruimte of toilet gaat te ver, omdat mensen dan bloot in beeld kunnen komen.
Gerechtvaardigd belang
De zorginstelling moet een gerechtvaardigd belang hebben voor het cameratoezicht. Bijvoorbeeld diefstal tegengaan of patiënten, bezoekers en personeel beschermen.
Noodzaak cameratoezicht
Cameratoezicht in een zorginstelling is alleen toegestaan als dit noodzakelijk is. Dat wil zeggen dat de zorginstelling het doel niet op een andere manier kan bereiken. Is er geen andere mogelijkheid, die minder ingrijpend is voor de privacy? Dat moet de zorginstelling eerst nagaan.
Ook mag het cameratoezicht niet op zichzelf staan. Het moet onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen.
Privacytoets
De zorginstelling moet eerst een privacytoets uitvoeren. Dit betekent dat de zorginstelling de belangen van de patiënten, bezoekers en personeel afweegt tegen het eigen belang.
DPIA
Zet de zorginstelling grootschalig en/of systematisch cameratoezicht in om diefstal tegen te gaan of patiënten, bezoekers en personeel te beschermen? Dan moet de zorginstelling een data protection impact assessment (DPIA) uitvoeren.
Dit is bijvoorbeeld zo als de zorginstelling structureel of gedurende een langere periode cameratoezicht inzet voor dit doel.
Wil de zorginstelling een verborgen camera (heimelijk cameratoezicht) inzetten? Dan moet de zorginstelling hiervoor altijd een DPIA uitvoeren. Ook als het heimelijk cameratoezicht incidenteel is.
Rechten
De zorginstelling moet ervoor zorgen dat de patiënten, bezoekers en werknemers weten dat er een camera hangt en voor welk doel deze er hangt. Bijvoorbeeld door bordjes op te hangen.
Daarnaast geeft de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de volgende privacyrechten aan betrokkenen:
- het recht om gegevens (camerabeelden) in te zien;
- het recht om vergeten te worden;
- het recht op beperking van de verwerking;
- het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van persoonsgegevens.
Bewaartermijn camerabeelden
De zorginstelling mag de camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk is. De richtlijn hiervoor is maximaal 4 weken.
Maar is er een incident vastgelegd, zoals diefstal? Dan mag de zorginstelling de betreffende beelden bewaren tot dit incident is afgehandeld.
Bekijk binnen het onderwerp Cameratoezicht in een zorginstelling
Alle antwoorden op mijn vragenVragen over cameratoezicht in een zorginstelling
-
Mag een zorginstelling een verborgen camera gebruiken?
Nee, normaal gesproken mag dat niet. Maar zijn er duidelijke vermoedens van bijvoorbeeld diefstal of fraude door werknemers, zoals artsen of verpleegkundigen? Dan mag de zorginstelling onder bepaalde voorwaarden gebruikmaken van een verborgen camera (heimelijk cameratoezicht).
Voorwaarden verborgen camera
Een zorginstelling mag alleen een verborgen camera gebruiken als de zorginstelling in ieder geval aan de volgende voorwaarden voldoet:
- Het lukt de zorginstelling niet, ondanks allerlei inspanningen, om een eind te maken aan de diefstal of fraude.
- De controle met de verborgen camera is tijdelijk (permanent heimelijk cameratoezicht is niet toegestaan!).
- De inbreuk op de privacy van de patiënten, bezoekers en werknemers is zo klein mogelijk. Een camera in een toilet of behandelruimte gaat te ver, omdat mensen dan bloot in beeld kunnen komen.
- De zorginstelling heeft de werknemers er vooraf op gewezen dat verborgen camera’s in bepaalde situaties (diefstal of fraude) mogelijk zijn. Bijvoorbeeld in het personeelsreglement of in een reglement cameratoezicht.
- De zorginstelling informeert de betrokken werknemers achteraf over het gebruik van de verborgen camera.
- De zorginstelling heeft een data protection impact assessment (DPIA) uitgevoerd. Tenzij het gaat om bestaand beleid voor de inzet van heimelijk cameratoezicht. En de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) dit beleid in het verleden al heeft goedgekeurd en de verwerking in de tussentijd niet is veranderd.
- Is uit de DPIA naar voren gekomen dat de beoogde inzet van (verborgen) camera’s een hoog privacyrisico oplevert? En lukt het de zorginstelling niet om maatregelen te vinden om dit risico te beperken? Dan moet de zorginstelling met de AP overleggen voordat de zorginstelling met het cameratoezicht start. Dit wordt een voorafgaande raadpleging genoemd.