Voorwaarden gebruik BSN

Het burgerservicenummer (BSN) is weliswaar een gevoelig persoonsgegeven, maar volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is het geen bijzonder persoonsgegeven. Wel mogen volgens artikel 87 van de AVG alle landen in de Europese Unie (EU) zelf voorwaarden stellen aan het gebruik van een nationaal identificatienummer, zoals in Nederland het BSN.

Op deze pagina

In Nederland staan die voorwaarden in de Uitvoeringswet AVG (UAVG). In artikel 46 van de UAVG staat bijvoorbeeld dat het BSN alleen mag worden gebruikt als dat in een wet staat.

Gebruik BSN binnen de overheid

Voor de overheid is het gebruik van het BSN geregeld in artikel 10 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb). Daarin staat dat overheidsorganisaties het BSN mogen gebruiken als dat noodzakelijk is om hun publieke taak uit te voeren. 

Gebruik BSN buiten de overheid

Organisaties buiten de overheid mogen het BSN alleen gebruiken als dat in een specifieke wet staat. Bijvoorbeeld de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg. Daarin staat dat zorgaanbieders verplicht zijn het BSN te gebruiken voor een aantal doelen. 

Gebruik BSN in andere gevallen

In artikel 46 UAVG staat ook dat bij algemene maatregel van bestuur andere gevallen kunnen worden aangewezen waarin het BSN kan worden gebruikt.

Overzicht organisaties die BSN mogen gebruiken

Er is een overzicht van organisaties die het BSN mogen gebruiken. Dit is de Autorisatielijst BSN-gerechtigden op de website van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG).

Toestemming geldt niet bij gebruik BSN

Soms mogen organisaties iemands persoonsgegevens gebruiken als diegene daarvoor toestemming geeft. Dat geldt niet voor het BSN. Organisaties mogen het BSN alleen gebruiken als in de wet staat dat ze dat mogen. Staat het niet in de wet, dan mag het niet. Ook niet met toestemming.