Gebruik van persoonsgegevens door de politie

De politie gebruikt allerlei gegevens om politietaken goed te kunnen uitvoeren. Is er bijvoorbeeld een misdrijf gepleegd? Dan legt de politie gegevens vast van het slachtoffer en eventuele getuigen. Deze gegevens heeft de politie nodig om onderzoek te doen.

De politie mag alleen persoonsgegevens verwerken voor een bepaald doel. Bijvoorbeeld de opsporing van daders van strafbare feiten of het bewaken van de openbare orde. De gegevens die de politie verwerkt, moeten noodzakelijk zijn om dat doel te bereiken.  

Op deze pagina

Gebruik van bijzondere persoonsgegevens

Alleen in uitzonderlijke gevallen mag de politie bijzondere persoonsgegevens vastleggen en gebruiken. Dat zijn gegevens over bijvoorbeeld iemands godsdienst, ras/etniciteit, politieke voorkeur en gezondheid. De politie mag dit alleen doen als het noodzakelijk is voor het onderzoek, de hulpverlening of een andere politietaak.

Toegang tot gegevens bij de politie

Niet iedereen die bij de politie werkt heeft toegang tot alle gegevens. Omdat de politie zulke gevoelige persoonsgegevens verwerkt, stelt de wet strikte eisen aan het systeem dat regelt wie waar toegang toe heeft.

Nodig om werk te doen

Medewerkers van de politie mogen alleen toegang hebben tot persoonsgegevens die zij nodig hebben om hun werk te doen. Zij mogen ook niets met persoonsgegevens doen (zoals persoonsgegevens verzamelen en opslaan) als dat niet nodig is voor hun werk.

Autorisaties omschrijven

De politie moet duidelijk omschrijven waarvoor een medewerker is geautoriseerd. Dus wat die medewerker met persoonsgegevens mag doen. Er moet bijvoorbeeld een overzicht zijn van welke medewerker toegang heeft tot welk politiesysteem en waarom.

Doorgeven persoonsgegevens aan andere organisaties

De politie kan persoonsgegevens doorgeven aan andere organisaties of personen binnen of buiten de politie. Aan wie dat mag, staat in de Wet politiegegevens (Wpg) en en het Besluit politiegegevens (Bpg). Dat zijn een speciale wet  en een speciaal besluit voor de bescherming van persoonsgegevens bij de politie.

Voorbeelden zijn de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), directeuren van gevangenissen, de reclassering, samenwerkingsverbanden binnen de gemeente en Europol.

Gebruik van camerabeelden door de politie

De politie mag camerabeelden gebruiken die zijn gemaakt met cameratoezicht van de gemeente op openbare plaatsen. Daarnaast mag de politie in bepaalde gevallen ook zelf camera’s op openbare plaatsen inzetten. Zoals kortdurend (mobiel) cameratoezicht bij een risicowedstrijd in het betaalde voetbal, (dreigende) rellen, een evenement of een demonstratie. De politie kan ook (verborgen) camera’s inzetten als opsporingsmiddel. Dan zijn speciale bevoegdheden nodig.

Lees meer bij Cameratoezicht op openbare plaatsen.

Openbaar maken gegevens van verdachten

De politie heeft meer ruimte voor het openbaar maken van persoonsgegevens dan andere organisaties. Dat is vastgelegd in de Wpg. Daarom mag de politie in bijzondere gevallen namen en foto’s van verdachten openbaar maken. Dit mag alleen als dit noodzakelijk is om wettelijke politietaken uit te voeren.

Instemming van Openbaar Ministerie (OM) nodig

De politie moet kunnen verantwoorden dat er sprake is van een zwaarwegend algemeen belang, zoals veiligheid. Het OM moet daarom instemmen met het openbaar maken van de persoonsgegevens van een verdachte. De politie en het OM kijken daarbij of het opsporingsdoel in verhouding staat tot de impact die het openbaar maken van bijvoorbeeld de naam of beelden van een verdachte heeft op het privéleven van die verdachte.

Minder ingrijpende manieren

De politie moet ook kijken of er minder ingrijpende manieren mogelijk zijn om hetzelfde doel te bereiken. Het is voor de verdachte bijvoorbeeld minder ingrijpend als de politie ‘geblurde’ versies van beelden publiceert. Of wanneer de politie aankondigt de naam en foto van een verdachte pas vrij te geven als de verdachte zich niet voor een bepaalde tijd zelf meldt bij de politie.

Blog of vlog van de politie

De politie mag geen namen of beelden van verdachten gebruiken in blogs of vlogs. Een blog of vlog van een politieagent is vaak bedoeld om voorlichting te geven over het politiewerk. Dat is geen wettelijke politietaak. Daarom is het voor dat doel niet toegestaan om gegevens te gebruiken die herleidbaar zijn tot verdachten.

Voor voorlichting geldt niet de Wpg maar de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Volgens de AVG moeten organisaties een grondslag hebben om persoonsgegevens te verwerken. Dus bijvoorbeeld wanneer:

  • een burger herkenbaar in beeld komt bij een vlog;
  • een medewerker van de politie nieuwe collega’s werft via een blog. 

De politie heeft zelf ook afspraken voor het gebruik van social media gemaakt.

Zie ook: Privacywetgeving voor politie en justitie.