Vergroot contrast

Boetes en andere sancties

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is bevoegd om sancties op te leggen als een organisatie de privacywetgeving overtreedt. De belangrijkste sancties zijn de boete, de last onder dwangsom, het verwerkingsverbod, de berisping en de waarschuwing. Op deze pagina vindt u een overzicht van alle boetes en andere sancties die de AP sinds 2018 heeft opgelegd.

Boete

De AP kan een boete opleggen aan organisaties die de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) overtreden. Een boete is maximaal 20 miljoen euro of 4% van de wereldwijde jaaromzet.

De bevoegdheid om boetes op te leggen heeft de AP sinds 25 mei 2018, de datum dat de AVG van toepassing werd. Hoe de AP de hoogte van boetes bepaalt, is vastgelegd in de Boetebeleidsregels Autoriteit Persoonsgegevens 2019.

Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) int de boetes voor de AP. De AP houdt het geld uit de boetes niet zelf, maar zorgt dat het terechtkomt in de schatkist. Het geld gaat dus naar de algemene middelen van de overheid.

Een deel van de boetes die de AP heeft opgelegd, is nog niet openbaar. De volgende boetes heeft de AP al wel openbaar gemaakt:

Internationale boetes

Voor de boetes die de andere privacytoezichthouders in de Europese Unie hebben opgelegd, zie National news op de website van de European Data Protection Board (EDPB).

Last onder dwangsom

De AP kan organisaties die de AVG overtreden een last onder dwangsom opleggen. De organisatie moet de dwangsom betalen als de overtreding na een bepaalde termijn niet is gestopt. De last onder dwangsom bestond ook al vóór de AVG, onder de Wet bescherming persoonsgegevens.

In de periode 2018 tot nu heeft de AP bekendgemaakt aan de volgende organisaties een last onder dwangsom te hebben opgelegd:

Verwerkingsverbod

De AP kan een verwerkingsverbod opleggen. Hiermee bepaalt de AP dat een organisatie bepaalde (categorieën van) persoonsgegevens niet mag verwerken.

Tot nu toe heeft de AP in de volgende gevallen een verwerkingsverbod opgelegd en openbaar gemaakt:

Berisping

De AP kan een organisatie een berisping geven wanneer die organisatie inbreuk maakt op de AVG. Met de berisping stelt de AP de inbreuk vast en laat de AP blijken deze af te keuren.

De AP legt een berisping op als dat passender is dan een bestuurlijke boete. Bijvoorbeeld bij een kleine inbreuk. Of daar sprake van is, beoordeelt de AP door naar relevante omstandigheden te kijken.

Zoals de aard, ernst en duur van de inbreuk, de vraag of de overtreding een incidenteel karakter had, of de rechten van de betrokken personen alsnog konden worden gewaarborgd en of er sprake was van opzet.

Is er sprake van een zwaardere inbreuk? Dan kiest de AP voor een passender maatregel, zoals een bestuurlijke boete. Overweging 148 van de AVG geeft inzicht in de factoren die een rol spelen bij de keuze voor een berisping.

Tot nu toe heeft de AP de volgende berispingen gegeven en openbaar gemaakt:

Waarschuwing

De AP kan een formele waarschuwing geven over een voorgenomen verwerking.

Tot nu toe heeft de AP de volgende waarschuwingen gegeven en openbaar gemaakt: